Het examen duurt in totaal 55 minuten. Het bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Voor het examen
In het CBR-examencentrum maak je kennis met de examinator. Die legt uit hoe je examen verloopt en controleert:
- de uitnodiging voor je examen;
- je identiteitsbewijs;
- of je bent geslaagd voor je theorie-examen;
- of je het formulier Zelfreflectie ingevuld hebt. Na de examenrit bespreekt de examinator dit formulier met je.
In de meeste gevallen mag je instructeur meerijden tijdens het praktijkexamen, als jij dat wilt. Soms is dit niet mogelijk, omdat er een tweede medewerker van het CBR meerijdt, bijvoorbeeld een examinator in opleiding. Je instructeur is dan wel bij het begin- en eindgesprek aanwezig.
2. Op het parkeerterrein
- Op het parkeerterrein doe je een ogentest. Je leest het kenteken van een stilstaande auto op ongeveer 25 meter afstand.
- Als voorbereiding op de rit stelt de examinator jou enkele vragen over de auto. Bijvoorbeeld over het checken van de motorvloeistof of de lampjes op het dashboard.
Als je de bijzondere verrichting goed hebt gedaan tijdens de tussentijdse toets, krijg je een vrijstelling. Dit betekent dat de examinator je op dat onderdeel niet meer toetst bij je praktijkexamen auto.
3. De examenrit
De examenrit duurt ongeveer 35 minuten. Je rijdt voor een deel zelfstandig naar een bepaalde bestemming. Dit doe je met behulp van een navigatiesysteem. Voor het grootste deel rijd je op aanwijzingen van de examinator. Die kijkt of je veilig en zelfstandig rijdt. Daarbij let hij onder meer op de beheersing van de auto, kijkgedrag en voorrang verlenen. Dat geldt voor alle zeven examenonderdelen. In het onderstaande filmpje worden de onderdelen in het kort behandeld.